Veelvoorkomend virus leidt tot falen getransplanteerde nier

06-06-2009 om 09:45 uur

Uit onderzoek van een Groningse promovendus blijkt, dat getransplanteerde nierpatiënten die drager zijn van het cytomegalovirus een verhoogd risico lopen op falen van de getransplanteerde nier. Het virus, waarmee de meeste mensen ooit besmet zijn geraakt, is dus niet alleen op korte termijn na transplantatie potentieel gevaarlijk.

De afgelopen decennia zijn de resultaten in het eerste jaar na een niertransplantatie enorm verbeterd. Maar op langere termijn zijn ze minder tevredenstellend. Een van de belangrijkste oorzaken is het verlies van transplantaatfunctie.

Rutger van Ree onderzocht in het UMC Groningen de oorzaken van niertransplantaatfalen. Hij ontdekte dat bij verhoogde aanwezigheid van drie eiwitten die op ontstekingsreacties wijzen (C-reactieve proteïne, hemopexine en procalcitonine), relatief vaak verlies van transplantaatfunctie optreedt.

Ook ontdekte hij dat een van de herpesvirussen, het cytomegalovirus (CMV), op lange termijn minder onschuldig is dan vaak wordt gedacht. Een groot deel van de bevolking is ooit besmet geraakt met dit virus, maar gezonde mensen hebben er geen last van. Kort na transplantatie kan dit virus, als gevolg van het onderdrukken van de afweer, onder andere leiden tot een voorbijgaand maar soms ernstig griepachtig beeld. Van Ree ontdekte dat niertransplantatiepatiënten die ooit besmet zijn geraakt met dit virus en het dus 'latent' met zich meedragen, een grotere kans hebben op het ontstaan van transplantaatfalen en voortijdig overlijden dan patiënten die nooit CMV hebben gehad.

bron

Login of registreer om te reageren