Vakantie geen gemeengoed voor chronisch zieken en gehandicapten

02-08-2007 om 20:53 uur

Mensen met een chronische ziekte of handicap gaan minder vaak met vakantie dan de gemiddelde Nederlander. Dit geldt voor zowel korte als lange vakanties. Hoe meer en hoe ernstiger de beperkingen van chronisch zieken en gehandicapten zijn, des te minder vaak ze met vakantie gaan.

Ongeveer een derde van de chronisch zieken en gehandicapten heeft in 2005 één of meer korte vakanties (maximaal 3 overnachtingen) doorgebracht, en ruim de helft ging één of meer keer met een lange vakantie (4 of meer overnachtingen). Van de algemene bevolking hielden vier van de tien mensen minimaal één keer een korte vakantie in 2005, en driekwart ging één of meer keer met een lange vakantie. Korte vakanties worden meestal  in eigen land doorgebracht, lange vakanties vaak in het buitenland. Duitsland en België en Frankrijk zijn favoriet.

Invloed van aard en ernst van de beperkingen
Chronisch zieken zonder beperkingen of met alleen lichte fysieke beperkingen gingen in 2005 vaker met vakantie dan chronisch zieken en gehandicapten met (matige of ernstige) motorische beperkingen (81% versus 60%). Van de mensen met een combinatie van (matige of ernstige) motorische en zintuiglijke beperkingen ging bijna de helft (46%) met vakantie. Hoe ernstiger de beperking was, hoe minder vaak men op vakantie ging: 50% van de ernstig beperkten ging met vakantie versus 60% van de mensen met een matige beperking. 

Redenen om niet met vakantie te gaan
De chronische ziekte of handicap wordt door een kwart van de ondervraagden die niet met vakantie zijn geweest in 2005 als reden genoemd om niet met vakantie te gaan. Daarnaast vindt men het ook wel te duur (18%) of teveel geregel (7%).

Specifieke voorzieningen nodig
Achttien procent van de mensen met een chronische ziekte of handicap heeft een of meer speciale aanpassingen nodig tijdens een vakantie. Meest voorkomend zijn een lift, aangepast toilet, douchestoel en handgrepen. De tevoren aangevraagde voorzieningen waren in één op de zeven gevallen niet aanwezig,

Vakantie kan de kwaliteit van leven ten goede komen
In onze samenleving is met vakantie gaan en reizen de laatste decennia een ‘recht’ geworden van burgers. Ook mensen met een chronische ziekte of (lichamelijke) handicap wensen van dit ‘recht op vakantie’ gebruik te maken. Vakanties kunnen sociale contacten en daarmee sociale integratie bevorderen, zowel met lotgenoten als met mensen zonder chronische ziekte of handicap. Met vakantie gaan betekent ook ontspanning en afwisseling van de normale bezigheden, zoals betaald werk, vrijwilligerswerk, huishouden en zorgtaken. Dit alles kan de kwaliteit van leven ten goede komen.

Tevredenheid overheerst
Van degenen die met vakantie gaan is bijna iedereen (94%) tevreden tot zeer tevreden over de vakantie(s). Toch is 6% niet tevreden vanwege problemen met toegankelijkheid en vervoer. Betere informatie vooraf hierover en beter aangepaste accommodaties kunnen wellicht de ervaren problemen tijdens vakanties voorkómen. Bovendien zou het mogelijk moeten worden gemaakt dat ook mensen met meervoudige en ernstige beperkingen met vakantie kunnen gaan. 

De gegevens zijn in mei 2006 verzameld via een telefonische enquête die is gehouden onder een representatieve groep van 747 chronisch zieken en gehandicapten van 18 jaar en ouder (respons 95%), die deel uitmaken van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG).
Vergelijkingen met de Nederlandse bevolking zijn  gemaakt met behulp van gegevens van het CBS uit 2005.

Bron: Nivel

Login of registreer om te reageren
04-08-2007 om 11:32 uur

dat herken ik helemaal door mijn handicap kunnen wij ook veel minder doen en kunnen we dus eigenlijk ook heel moeilijk op vakantie. 

en dat vind ik heel vervelend en stom  :'( :'(

Login of registreer om te reageren