Nut van veel medische zelftests niet bewezen
23-12-2007 om 23:06 uurDe Gezondheidsraad neemt in het Jaarbericht Bevolkingsonderzoek 2007 een flink aantal zelftests onder de loep. De conclusie is dat een wetenschappelijke onderbouwing voor de werking van veel zelftests ontbreekt. Bovendien is er onvoldoende regelgeving voor het toetsen van tests en het weigeren van toegang tot de markt. Het Jaarbericht is aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Markt voor zelftests
De markt voor zogenoemde zelftests is volop in beweging. Er komen steeds meer producten en diensten waarmee mensen zelf bloed, urine, ontlasting of speeksel kunnen (laten) testen op de aanwezigheid van bepaalde stoffen. De claim is dat ze zo een ziekte of verhoogd risico op het spoor kunnen komen.
Zelftests zouden zeer accuraat zijn en gezondheidswinst kunnen bieden. Soms is dit ook zo, maar meestal ontbreekt daarvoor een wetenschappelijke basis. Van veel tests is bijvoorbeeld niet te achterhalen hoe goed ze zijn in het opsporen van een bepaalde ziekte of aandoening. In andere gevallen zijn de testprestaties wel goed, maar zegt de uitkomst nog weinig over of iemand nu wel of niet gezond is. En ook als er wel iets wordt opgespoord, zoals erfelijke aanleg voor een ziekte, levert dat niet noodzakelijk voordeel op voor de gezondheid. Er zitten dus veel haken en ogen aan zelf testen.
Drie aanwinsten
In het Jaarbericht Bevolkingsonderzoek 2007 worden twintig tests beoordeeld die het zich uitbreidende terrein van de zelftest breed bestrijken. Ze variëren van tests om het glucosegehalte in het bloed te bepalen tot tests om kanker of een erfelijke aanleg voor een ziekte op te sporen. Drie van de besproken tests blijken een aanwinst:
[*] HPV-thuistest (hiermee kan geconstateerd worden of er een infectie is met het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken)
[*] Monitoringstest voor het glucosegehalte in het bloed (te gebruiken door mensen met diabetes)
[*] Test voor de stollingstijd (te gebruiken door mensen die ontstollingsmedicatie gebruiken).
Te weinig onderbouwd
De rest scoort op dit moment onvoldoende of is nog niet goed onderzocht. De conclusie is dat een wetenschappelijke onderbouwing van de meeste tests ontbreekt. Daarom is in dat geval gebruik van een test niet aan te bevelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de doe-het-zelftest waarmee PSA in het bloed gevonden kan worden, om zo prostaatkanker op het spoor te komen. Informatie over de testprestaties wanneer mensen die test zelf thuis uitvoeren ontbreekt. We weten dus niet hoe betrouwbaar de resultaten dan zijn. Bovendien is niet bewezen dat vroege opsporing van prostaatkanker leidt tot gezondheidswinst. Ook de ‘niercheck’, waarmee getest kan worden op eiwitverlies in de urine, heeft geen aantoonbare voordelen, afgaand op wat uit onderzoek bekend is.
Regelgeving
De regelgeving is niet voldoende toegerust om deze tests te toetsen en indien nodig toegang tot de markt te weigeren. Het is dan ook zaak de Nederlandse en Europese regelgeving aan te passen, zeker gezien de snelle ontwikkelingen. Ook is winst te behalen door de voorlichting aan consumenten te verbeteren.
Bron: ZorgKrant