Nieuwe benadering voor beter kinkhoestvaccin

12-04-2007 om 09:55 uur

Het is mogelijk betere kinkhoestvaccins te ontwikkelen door aanpassing van de samenstelling. Dat concludeert Jeroen Geurtsen in zijn promotieonderzoek, verricht aan de Universiteit Utrecht en het Nederlands Vaccin Instituut. De huidige kinkhoestvaccins zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd, maar er kleven nog steeds nadelen aan, zoals hoge productiekosten en mogelijk lagere effectiviteit op de langere termijn. Naast een hogere effectiviteit, kunnen de door Geurtsen onderzochte aanpassingen leiden tot een vermindering van de toxiciteit en een verbetering van de immuunrespons. Geurtsen promoveert op 19 april 2007 aan de Universiteit Utrecht.

Kinkhoest is een ernstige infectieziekte van de bovenste luchtwegen die wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. Vóór de introductie van kinkhoestvaccins in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw was kinkhoest een van de meest voorkomende kinderziektes. De ontwikkeling en invoering van zogenaamde cellulaire kinkhoestvaccins, leidde tot een drastische daling van het aantal kinkhoestgevallen. Nadelige bijwerkingen van het cellulaire kinkhoestvaccin, dat bestaat uit hele gedode bacteriën, hebben recentelijk geleid tot de invoering van a-cellulaire vaccins. Deze geven duidelijk minder bijwerkingen dan de cellulaire vaccins en lijken over het algemeen even goed te beschermen. Echter ook aan het gebruik van deze vaccins kleven een aantal belangrijke nadelen, zoals hoge productiekosten en mogelijk lagere effectiviteit op de langere termijn.

Betere vaccins
Uit het onderzoek van Jeroen Geurtsen blijkt dat het ontwikkelen van betere cellulaire en a-cellulaire kinkhoestvaccins mogelijk is door aanpassing van de LPS (lipopolysaccharide) samenstelling. Geurtsen toont aan dat zulke aanpassingen niet alleen kunnen leiden tot een vermindering van de toxiciteit van de cellulaire vaccins, maar dat de LPS-samenstelling ook invloed heeft op het type opgewekte immuunrespons van de a-cellulaire vaccins en op de effectiviteit van beide vaccins in een diermodel.

Stijging aantal kinkhoestgevallen
Ondanks vaccinatie is kinkhoest altijd in de samenleving aanwezig gebleven. Vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw is de kinkhoestincidentie in vele landen, inclusief Nederland, zelfs weer gaan stijgen. De invoering van a-cellulaire kinkhoestvaccins in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in 2005 heeft hierin, zoals het zich nu laat aanzien, geen verandering gebracht. Daar komt bij dat kinkhoest tegenwoordig steeds vaker voorkomt bij heel jonge kinderen. Deze observaties laten zien dat het ontwikkelen van verbeterde kinkhoestvaccins belangrijk is.

Dit onderzoek werd gefinancierd door de Universiteit Utrecht en het Nederlands Vaccin Instituut.
Bron zorgkrant.nl

Login of registreer om te reageren