Huisarts onvoldoende alert op angst en depressie
05-06-2009 om 10:58 uurHuisartsen geven onvoldoende zorg aan patiënten met een depressie of angststoornis . Dat concludeert psychologe Mirrian Smolders van het UMC St Radboud. Bij meer dan de helft van de patiënten voldoet de geleverde zorg niet aan de wetenschappelijke standaarden.
De psychologe onderzocht patiënten die volgens de internationale criteria aan een depressie of angststoornis lijden. Bij slechts 20 procent van de patiënten stond deze diagnose in het patiëntendossier geregistreerd.
Van de patiënten met een depressie kreeg 40 procent zorg conform standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), van patiënten met een angststoornis was dit slechts 27 procent. Van patiënten die leden aan zowel een depressie als een angststoornis kreeg de helft de juiste zorg.
Huisartsen hebben er niet altijd schuld aan dat patiënten niet volgens de NHG-standaarden worden behandeld. Patiënten kunnen soms hulp weigeren of ontkennen dat ze depressief of angstig zijn. Als de juiste diagnose eenmaal is gesteld, handelen huisartsen veel vaker conform de standaarden, blijkt uit Smolders onderzoek.
Huisartsen kunnen niet alle omstandigheden veranderen die beïnvloeden of er volgens de standaarden wordt gewerkt. Wat zij wel moeten verbeteren zijn de voorlichting en advisering aan de patiënt over de werking van antidepressiva en het verloop van de ziekte. Tevens zouden zij een betere inschatting moeten maken van het suïciderisico.
Daarnaast kunnen huisartsen de organisatie van de praktijk verbeteren. Uit Smolders onderzoek blijkt namelijk dat gezondheidscentra waar gespecialiseerde hulpverleners onder regie van een huisarts werken, depressies en angststoornissen beter worden behandeld dan in een praktijk waar de huisarts alleen werkt. Een goede samenwerking tussen GGZ-professionals en huisartsen zou de zorg aanzienlijk kunnen verbeteren.
bron