GGD Amsterdam luidt noodklok over toename soa's
03-04-2009 om 12:34 uurAMSTERDAM - Het aantal mensen in Amsterdam dat geïnfecteerd is met seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) als hiv, chlamydia, syfilis en hepatitis C is in het afgelopen jaar sterk toegenomen.
Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van de GGD Amsterdam. De gezondheidsdienst maakt zich zorgen over de voortdurende stijging en is bang voor een piek vergelijkbaar met die van midden jaren tachtig.
De hoofdstedelijke GGD registreerde in 2008 het grootste aantal nieuwe hiv-diagnosen ooit: 178. Dat is bijna de helft van alle landelijk gerapporteerde besmettingen.
Hierbij speelt wel een rol dat de GGD meer mensen dan ooit op hiv testte. Syfilis (15 procent meer) en hepatitis C zijn vooral gestegen onder homoseksuele mannen. Onder jongeren jonger dan twintig jaar is het aantal gevallen van chlamydia sterk gestegen.
Homoseksuele mannen
Vooral de toename van hepatitis C (een ziekte die wordt overgedragen door bloedcontact) onder homoseksuele mannen is een probleem, legt hoofd infectieziekten van de GGD Han Fennema uit.
''We zien de ziekte steeds vaker bij mannen die ook al met hiv geïnfecteerd zijn. Maar een deel van deze groep kan succesvol behandeld worden, circa 60 procent. Hepatitis C kan onbehandeld leiden tot ernstige complicaties, zoals leverkanker; dragers van beide virussen hebben dus een serieus probleem.''
Een mogelijke verklaring voor het groeiende aantal mensen met een soa in de hoofdstad is de afgenomen angst voor aids.
''De afname van het aantal soa's in de loop van de jaren tachtig liftte mee op de angst voor hiv. Dat virus is nu veel beter te behandelen, waardoor het risicogedrag weer toeneemt. De trends die we zien, baren ons zorgen'', aldus Fennema.
Feiten
''Hoewel we al veel doen - in 2008 werden 28.000 mensen nagekeken op de speciale soa-poli - krijgen we de laatste tijd steeds sterker het gevoel dat we achter de feiten aanlopen'', zegt Fennema.
''Soa-preventie is weer hard nodig.'' Hoe die preventie precies vorm moet krijgen, weet de GGD nog niet.
Het steeds meer testen van mogelijke geïnfecteerden, zoals de GGD de laatste jaren doet, is volgens Fennema niet langer genoeg. ''Daar gaan we de strijd niet mee winnen. Dat kunnen we alleen als men zich bewust is van de huidige risico's en we het aantal mensen dat aan onbeschermde anale seks doet kunnen verminderen.''
Bron