De grote vakantie gaat naar zes weken.

De grote vakantie gaat vanaf het schooljaar 2012/2013 naar zes weken.
Dat is in het voortgezet onderwijs een week korter dan nu. De spreiding per regio blijft gehandhaafd. De kerst- en meivakantie worden wel voor het hele land gelijk gesteld, maar de verschillen tijdens voorjaars- en carnavalsvakanties blijven bestaan. Een en ander blijkt uit een wetsvoorstel van minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs).



De verkorting van de zomervakantie moet door de scholen onder meer gebruikt worden voor vergaderingen en bijscholing van de docenten. Leerlingen hebben dan verspreid over het jaar vijf roostervrije dagen. Het voorstel kwam er omdat leerlingen te lang uit het onderwijsproces zijn, ook al doordat in de aanloop naar de vakantie veel onderwijstijd wegvalt.

Scholen zijn straks verplicht allemaal dezelfde periode aan te houden voor de kerst- en meivakantie. De eerste duurt twee weken, de tweede een week. In de laatste vakantie zit altijd Koninginnedag. Scholen hebben wel de vrijheid daar een week aan vast te knopen, voor of na de vakantie. Dat dienen ze bij het begin van het schooljaar aan te geven in de schoolgids.

Scholen hebben daarnaast nog drie weken vakantie die ze naar eigen vrijheid kunnen besteden. Zo blijft in het zuiden de carnavalsvakantie bestaan, terwijl in de andere landsdelen voorjaarsvakantie wordt opgenomen, vaak op andere data. Ook de herfstvakantie kan per regio verschillen. De derde week zou aan de meivakantie gekoppeld kunnen worden. Tot nu toe worden voor die vakanties door het ministerie adviesdata vastgesteld. Die taak gaat naar de koepelverenigingen van het basis- en voortgezet onderwijs, de PO-Raad en VO-Raad.

De oudervereniging Ouders&Coo noemt het nieuwe vakantiesysteem voor scholen nog steeds 'een ratjetoe'. De vereniging wil helemaal af van de vakantiespreiding, omdat de voordelen niet zouden opwegen tegen de nadelen.

bron