Belangeloze nierdonatie neemt toe
27-03-2009 om 14:07 uurHet aantal anonieme niertransplantaties met nieren van levende mensen is in Nederland de afgelopen jaren toegenomen. Vorig jaar kwam 55 procent van het totaal aantal niertransplantaties dankzij een barmhartige Samaritaan tot stand, blijkt uit een onderzoek in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, waarover zaterdag een artikel verschijnt in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Aanvankelijk waren het uitsluitend familieleden die bij leven doneerden. In de periode van 2000 tot en met 2008 stelden artsen en specialisten van het Erasmus MC een programma op voor nierdonatie waarbij iemand doneert ten gunste van een onbekende ontvanger. Inmiddels accepteren ook de andere universitaire medische centra deze donoren.
Sinds de start van het programma bij het Erasmus meldden zich daar 110 personen voor een anonieme transplantatie. Van hen bleken 48 medisch geschikt en besloten 32 toch van donatie af te zien. Uiteindelijk leverde het nierdonatieprogramma 35 deelnemers op, waardoor 54 transplantaties mogelijk werden.
Negentien van de 35 namen deel aan een zogenoemde domino-ruilkoppelprocedure. Hierbij wordt een nier afgestaan aan iemand uit het donor-ruilprogramma, waarna de oorspronkelijke donor van de ontvanger een nier geeft aan een patiënt op de wachtlijst. Bij het donor-ruilprogramma ruilen koppels van een levende donor en een incompatibele ontvanger een donornier met een ander koppel.
Alle donoren, op één Aziatische donor na, waren blank. Allen hadden de Nederlandse nationaliteit en de meesten een christelijke levensovertuiging. Het grootste deel van hen werkt bij liefdadigheidsinstellingen.
Het speciale nierdonorprogramma werd in 2000 bij het Erasmus opgestart, nadat bij het Rotterdamse ziekenhuis een donor zich meldde die zijn nier niet had kunnen afstaan aan zijn inmiddels overleden echtgenote. Hij wilde wel iemand anders helpen.
De gemiddelde wachttijd voor een niertransplantatie bedraagt momenteel 46 maanden. Van de patiënten ondergaat twintig tot 25 procent nooit een transplantatie door het tekort aan donornieren.
bron