'Artsen moeten dementiepatiënten thuis zien'
02-04-2009 om 13:58 uurMAASTRICHT - Patiënten die lijden aan dementie of ander niet-aangeboren hersenletsel, functioneren thuis vaak heel anders dan in een testomgeving.
Om beter vast te kunnen stellen welke zorg dergelijke patiënten nodig hebben, zouden onderzoekers hen daarom ook thuis moeten observeren.
Dat concludeert neuropsycholoog Sharon Bouwens, die deze maand aan de Universiteit Maastricht promoveert op een onderzoek naar de diagnostiek bij mensen met hersenschade.
Naasten
Haar onderzoek bevestigt een veelgehoorde klacht van naasten van de patiënt, die merken dat de neuropschyologische tests een andere uitslag laten zien dan zij op basis van het gedrag thuis verwachtten.
Bouwens toont tevens aan dat ervaren neuropsychologen niet in staat zijn alleen op basis van testuitslagen correct te voorspellen wat een patiënt nog kan of kan aanleren.
Dementie kan door allerlei aandoeningen worden veroorzaakt. De bekendste oorzaak is de ziekte van Alzheimer.
Het aantal dementiepatiënten zal naar verwachting tot 2030 met 66 procent stijgen. Niet-aangeboren hersenletsel ontstaat onder andere door een hersenbloeding of -infarct of een ongeluk.
Tot 2030 zal het aantal mensen met dit letsel naar verwachting met 12 procent toenemen.
Dagelijks gedrag
Volgens de promovenda, die in het Laurentius Ziekenhuis in Roermond werkt, is het observeren van dagelijkse activiteiten belangrijk om de ernst van de dementie of hersenschade te kunnen vaststellen.
Acht neuropsychologen die alleen papieren informatie over gedrag en emotie van enkele patiënten kregen, waren maar in iets meer dan de helft van de gevallen in staat te voorspellen welke vaardigheden iemand nog beheerste.
''Het dagelijks gedrag geeft unieke informatie, die niet op een andere manier aan het licht komt'', aldus Bouwens.
Trainingsprogramma
Psychogeriatrische patiënten die meedoen aan een trainingsprogramma om hun vaardigheden om peil te houden, slagen daar redelijk in.
Maar het programma heeft geen effect op de kwaliteit van leven die zijzelf of hun naasten ervaren. Evenmin helpt de training bij depressie of bij gebrek aan inzicht in de ziekte, belangrijke complicaties bij mensen met hersenschade.
Bron