Antibioticagebruik zit ingebakken in de cultuur van een land
02-08-2008 om 22:41 uurVan land tot land zijn er grote verschillen in antibioticagebruik. Sommige landen springen zuinig om met deze geneesmiddelen, andere landen zijn veel minder zuinig. Uit een onlangs verschenen studie blijkt dat culturele factoren samenhangen met de hoeveelheid antibiotica die de inwoners van een bepaald land gebruiken.
Te vlug naar antibiotica grijpen is niet goed. Het drijft de kosten op, veroorzaakt resistentie waardoor deze geneesmiddelen hun werkzaamheid verliezen. Het kan zorgen voor allerlei bijwerkingen. Al lang probeert men een antwoord te vinden op de vraag waarom mensen die bijvoorbeeld in Griekenland wonen tot drie maal meer antibiotica gebruiken dan Nederlanders. Recent verscheen een studie van dr. Reginald Deschepper van de Vrije Universiteit Brussel, in samenwerking met een aantal andere Europese universiteiten, waaruit blijkt dat bepaalde culturele dimensies een invloed hebben op antibioticagebruik. Twee culturele dimensies blijken significant samen te hangen met antibioticagebruik: “onzekerheidsvermijding” en “machtsafstand”.
Onzekerheidsvermijding slaat op de mate waarin mensen bereid zijn onzekere en onduidelijke situaties te aanvaarden. In landen die daar hoog op scoren voelen de inwoners zich vlugger ongemakkelijk in nieuwe en onbekende situaties. Als je dat toepast op medische situaties kun je verwachten dat mensen die bij de dokter aankloppen omdat ze zich verkouden of griepachtig voelen, duidelijk willen horen wat ze precies hebben. Ook verkiezen ze dat hij ‘iets doet’ . Ze hebben dan het gevoel dat alles onder controle is. Een dokter die in dergelijke landen zegt “ik weet ook niet precies wat je hebt”, boezemt geen vertrouwen in.
In andere landen, zoals Nederland, zijn patiënten eerder bereid om het “nog wat aan te zien” en af te wachten of het misschien niet vanzelf beter wordt. Veel griepachtige aandoeningen genezen immers vanzelf. Patiënten moeten dan wel enkele dagen leven met het idee dat ze een aandoening hebben die wellicht geen kwaad kan, maar waarvan niet geweten is wat het nu precies is. Dokters kunnen vaak ook niet op basis van een eenvoudig lichamelijk onderzoek uitmaken of de patiënt een bacteriële infectie heeft waarvoor eventueel antibiotica nodig zijn, dan wel een onschuldige virale infectie die meestal vanzelf overgaat. In landen die laag scoren op “onzekerheidsvermijding” aanvaarden artsen en patiënten makkelijker even met die onzekerheid te leven en voor vrij onschuldige kwaaltjes af te wachten hoe het verder evolueert. Op die manier vermijden ze overmatig antibioticagebruik.
Een tweede culturele dimensie die samenhangt met anitibioticagebruik is de zogenaamde “machtsafstand”. Dat heeft te maken met de wijze waarop mensen met een verschillende maatschappelijke status met elkaar omgaan. In landen die hoog scoren inzake machtsafstand kijken mensen met een lagere status meer op naar “hogergeplaatsten”. Je kunt dus ook verwachten dat patiënten opkijken naar hun arts. Daardoor voelen ze weinig behoefte om bijvoorbeeld in discussie te gaan over de vraag of antibiotica nu al dan niet nuttig zijn. In landen met lage machtsafstand kunnen ook mensen met verschillende status meer als gelijken met elkaar spreken en is er een voorkeur voor overleg. In dergelijke landen mag je verwachten dat een patiënt al eens makkelijker aan de arts vraagt waarom hij of zij antibiotica voorschrijft, of dat wel echt nodig is en of er geen alternatieven zijn.
Volgens Dr. Reginald Deschepper van de Vrije Universiteit Brussel kan het inzicht in de rol van culturele dimensies ons helpen om beter te begrijpen waarom sommige landen, zoals België, het moeilijker hebben om tot zuiniger antibioticagebruik te komen. België heeft immers een hoge onzekerheidsvermijdingsindex en scoort ook eerder hoog voor machtsafstand. Nederland scoort op beide vlakken een stuk lager en dat maakt het begrijpelijk dat artsen makkelijker overleggen met zowel patiënten als apothekers. Precies dat soort overleg blijkt een erg succesvolle strategie om tot een zuiniger geneesmiddelengebruik te komen. Artsen die daarentegen geen enkel ‘risico’ willen nemen en dan maar ‘voor alle zekerheid’ antibiotica voorschrijven kunnen op die manier de resistentie in de hand werken. Daardoor zijn antibiotica niet meer werkzaam wanneer ze werkelijk nodig zijn.
Bron zorgkrant.nl