Toezicht op geneesmiddelenreclame moet beter
07-10-2008 om 19:45 uurDe zelfregulering van de reclame voor geneesmiddelen werkt, maar niet goed genoeg. Het ontbreekt vooral aan effectief toezicht, zo blijkt uit de evaluatie van het Reclamebesluit geneesmiddelen. De evaluatie is door minister Klink van VWS aangeboden aan de Tweede Kamer.
Zelfregulering
Volgens het Reclamebesluit geneesmiddelen moet “reclame voor een geneesmiddel […] het rationele gebruik van een geneesmiddel bevorderen, door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen te overdrijven.” De uitvoering van het besluit wordt door beroeps- en bedrijfsleven vormgegeven via een systeem van zelfregulering. Dit systeem werkt, maar nog niet zo goed dat de doelstelling van het Reclamebesluit wordt gehaald, zo stellen onderzoekers van het NIVEL, de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam. Zij evalueerden het Reclamebesluit met subsidie van ZonMw. Voor handhaving van de normen, zal de Inspectie voor de gezondheidszorg actiever en effectiever toezicht moeten houden.
Tegenstrijdige belangen
NIVEL-onderzoeker Roland Friele: “Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat de dokter beslissingen neemt die voor hen het beste zijn. De uitvoering van het Reclamebesluit geneesmiddelen biedt daarvoor op dit moment onvoldoende waarborg.” De belangen van de industrie om zoveel mogelijk geneesmiddelen om te zetten, staan soms haaks op de belangen van de patiënt. Desondanks kan het systeem van zelfregulering heel goed werken, stellen de onderzoekers. Het systeem is goed in staat normen te ontwikkelen en verspreiden die in de praktijk toepasbaar zijn. Het schort in het geval van reclame voor medicijnen die voorgeschreven worden door artsen vooral aan de handhaving.
Overtredingen bij deze medicijnen komen nu vrijwel alleen aan het licht via een systeem van vrijwillige melding. Veel overtredingen worden daardoor niet gezien. Voor reclame over vrij verkrijgbare geneesmiddelen ligt dit anders. Deze reclame is strakker geregeld. De Keuringsraad Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG/KAG) toetst reclame-uitingen vooraf en pas nadat de raad een toelatingsnummer heeft toegekend, mogen fabrikanten de reclame publiceren. Dit systeem is redelijk sluitend.
Verborgen reclame
Vooral door de verscheidenheid aan marketingmiddelen die de farmaceutische industrie inzet, is reclame voor medische beroepsbeoefenaren soms lastig als zodanig herkenbaar. Verder moet meer aandacht worden besteed aan de beïnvloeding van medische opinieleiders die onder meer een rol spelen bij het opstellen van richtlijnen en aan de invloed van de farmaceutische industrie op de na- en bijscholing. Friele: “Je ziet bijvoorbeeld dat na- en bijscholing die de farmaceutische industrie verzorgt, gericht is op bepaalde middelen.
Dat is dus niet per definitie in het belang van de patiënt maar in het belang van de industrie.” Tot slot moet er ook meer aandacht komen voor symptoomreclame, campagnes waarin symptomen of bepaalde klachten centraal staan, zonder dat een specifiek geneesmiddel wordt genoemd. Deze uitingsvorm wordt door de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame en door de Keuringsraad niet als reclame beschouwd, maar blijkt toch een effectieve manier om geneesmiddelen aan de man te brengen.
bron