Kinderen krijgen onnodig astmamedicijn

Ruim een op de drie kinderen krijgt voor het achtste jaar minstens één keer medicijnen tegen astma, maar nog niet de helft van hen heeft daadwerkelijk de aandoening. Dat meldt de Universiteit Utrecht woensdag op basis van promotieonderzoek van apotheker Mira Zuidgeest. Kinderen die op hun achtste werkelijk astma hebben, blijken in de voorgaande jaren wel langer en intensiever te zijn behandeld.

Bij jonge kinderen is het volgens de onderzoeker lastig een astmadiagnose te stellen. Huisartsen krijgen tegelijkertijd veel kinderen met een piepende ademhaling op het spreekuur. Volgens Zuidgeest kijken artsen vaak hoe kinderen reageren op de medicijnen om de diagnose zekerder te stellen. Als het kind goed reageert, is de kans groter dat het astma heeft.

Huisartsen verschillen onderling sterk in de mate waarin ze deze geneesmiddelen voorschrijven, meldt de onderzoeker. Voor kinderen onder de 6 jaar loopt dit uiteen van 4 tot 25 procent. De ene huisarts schrijft volgens de onderzoeker juist meer voor vanwege de onzekerheid in de diagnose, de andere juist minder.

"Zolang een goede diagnostiek nog toekomstmuziek is, blijft het voor een groot deel trial and error", stelt Zuidgeest. Ze adviseert artsen de effecten van astmamedicatie bij jonge patiënten continu te blijven evalueren om overgebruik te voorkomen. Zuidgeest promoveert volgende week woensdag.

bron