Kennis ouders verbetert therapietrouw kind

Naarmate ouders meer weten over de medicatie bij astma, zijn zij er sterker van overtuigd dat deze noodzakelijk is voor de gezondheid van hun kind. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Astma Fonds.



De enquête werd gehouden door het RIVM onder de ouders van 229 kinderen die op 8-jarige leeftijd astmamedicijnen gebruikten. De ouders vinden dat ze voldoende globale informatie krijgen over de medicatie, maar over de precieze werking en het gebruik laat de informatie volgens een derde te wensen over.

Ontstekingsremmers

Van de ouders die niet wisten dat je ontstekingsremmers altijd moet gebruiken, óók als het goed gaat, gaf slechts 25 procent hun kind de ontstekingsremmers dagelijks. Van de ouders die deze kennis wel hadden, gaf 84 procent hun kind de ontstekingsremmers elke dag. 40 procent van de ouders geeft hun kind alleen ontstekingsremmers tegen astma als het kind kortademig of benauwd is.

Te weinig informatie

De meeste ouders (90-95 procent) vonden dat zij voldoende informatie hadden gekregen van de zorgverlener over de naam van het medicijn, waarvoor het medicijn is, hoe het gebruikt moet worden en wat te doen als deze op zijn. 14 procent van de ouders gaf aan dat zij eigenlijk geen of te weinig informatie hadden gekregen over wat het medicijn doet en 21% was niet geïnformeerd over hoe het medicijn werkt. Ongeveer een derde van de ouders gaf aan dat zij geen of te weinig informatie kregen over hoe lang het duurt voordat het medicijn gaat werken en hoe je kunt merken of het medicijn werkt. Maar ook hoe lang het kind het medicijn moet gebruiken of wat zij moeten doen als een dosis van het medicijn een keer wordt vergeten.

Bijwerkingen

Over de mogelijke bijwerkingen van de medicijnen, zei een ruime meerderheid van de ouders (56-67 procent) dat zij geen of te weinig informatie hadden gekregen. Ouders die naar eigen zeggen door hun zorgverleners beter waren geïnformeerd, maakten zich minder zorgen over mogelijke ongunstige effecten van het medicijngebruik.

Meer opvallende uitkomsten

Een andere opvallende uitkomst is dat het minderen of stoppen van de medicatie zonder dat de arts dat had aangeraden, op vrij grote schaal voorkomt. In circa 80 procent van de gevallen gebeurde dit omdat het kind geen klachten meer had. Angst voor gewenning en vergeten speelden bij respectievelijk 15 procent en 12 procent van de ouders een rol wanneer minder medicijnen werden gegeven dan voorgeschreven. Ouders konden ook ‘overige redenen’ noemen. In deze categorie werd door een aantal ouders aangegeven dat zij probeerden hun kind zo weinig mogelijk medicijnen te geven.

Alle resultaten van de enquête staan beschreven in het RIVM rapport ‘Kinderen en astmamedicatie’. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Astma Fonds. De ouders doen mee aan het zogeheten Preventie en Incidentie van Astma en Mijt Allergie (PIAMA)-onderzoek, waarbinnen het RIVM de vragenlijst uitzette.

Bron