Klaplong

Klaplong

Bij een klaplong klapt een long voor een deel of helemaal in. Hij kan dan niet meer goed zuurstof opnemen. De oorzaak: er komt lucht tussen de longvliezen – de vliezen die strak om de buitenkant van onze longen heen zitten. De lucht kan van buitenaf komen, bijvoorbeeld door een verwonding, of van binnenuit de longen, door een ontsteking of een zwakke plek in de longen. Is de long (deels) ingeklapt, dan kan hij niet meer goed zuurstof opnemen. Hierdoor kunt u benauwd zijn en last hebben van pijn op de borst. 80% van de keren is het een spontane klaplong: hierbij is de oorzaak vaak niet precies bekend. Bij een niet-spontane klaplong is de oorzaak vaak trauma aan de borst.

Bij een klaplong kunt u klachten krijgen als stekende pijn, problemen met zuchten en benauwd zijn. Op een röntgenfoto is goed te zien of een long is ingeklapt. Mannen krijgen vaker een klaplong dan vrouwen, vooral lange magere mannen van 20-40 jaar oud. Maar ook roken en erfelijke aanleg spelen een rol.

Bij de behandeling van een klaplong doet de arts vooral zijn best om de klachten te verminderen. Bij een kleine klaplong ontplooit de long vanzelf weer. Bij een grotere klaplong zal er lucht en/of vloeistof uit de borstholte worden gehaald met een drain. Daarnaast probeert hij complicaties te vermijden en herhaling van de klaplong te voorkomen. Bij een spontane klaplong is de kans op herhaling binnen 3 jaar vrij groot. Wanneer de klaplong terugkomt dan kan een operatie plaatsvinden om de kans op een nieuwe klaplong te verkleinen.

Per jaar krijgen in Nederland 1500 mensen een klaplong.