Schrijfsel...
05-06-2007 om 23:30 uurHey allemaal...
ik heb "vroeger" (toen ik nog op de havo zat / net op de HBO) veel columns geschreven. Laatste tijd heb ik dat niet gedaan, omdat ik erg met mezelf zat zeg maar. Ik begin eindelijk weer een beetje mezelf te worden na een hoop gedoe, en ik heb dus vanavond voor het eerst sinds lange tijd weer geschreven. Ik wilde dit met jullie delen... :@ het gaat eigenlijk nergens over, en toch over een heleboel. Well....leesze en ik hoop dat jullie het wat vinden :) eerst schreef ik eigenlijk altijd over onzinnige dingen en discussies, maar later steeds vaker over gewoon het leven, over dagelijkse dingen. Nouja, lees maar als je zin hebt :)
Een woord in de goede richting. 05-06-2007
Al luisterend naar Dido denk ik aan de momenten waarop mijn columns vroeger gepubliceerd werden op internet. Ze werden niet door veel mensen gelezen, maar de mensen die ze lazen wachtten erop. Mijn verhalen, mijn gedachten; mijn hersenspinsels. En nu zit ik hier weer, achter een pc in plaats van een laptop ditmaal, en ik schrijf weer. Het is lang geleden dat ik zo geschreven heb, maar ik begin langzamerhand weer mezelf te worden. En bij mij hoort schrijven. Het maakt niet uit wat, als ik maar schrijf. Er gaat van alles door mijn hoofd op een dag. Teveel om te beschrijven, maar ik kan een poging doen. Om mezelf rust te geven, maar ook om de wereld te laten zien wie ik nu eigenlijk ben. De wereld…de wereld is een plek geworden waar veel mensen zich niet thuis voelen. Het nummer wisselt en ik zet de speler terug op Mary’s in India, op repeat. Fijn nummer. Terug naar die mensen waar ik het net over had, de mensen die mijn columns lazen. Veel van hen kende ik niet, maar anderen onder hen waren mijn vrienden. Goede vrienden. Gisteravond lag ik op bed en rolden er tranen over mijn gezicht. De laatste tijd heb ik daar wel meer last van; een besef van wat geweest is, maar ook een besef van wat er nog zal komen, en wat ik aan het bereiken ben. Een besef dat het ooit goed was, dat het slecht geweest is, maar dat het weer goed zal komen. Het besef dat ik mezelf weer wordt; een goed besef. Goede gedachten; twee belangrijke woorden die nu een grote rol spelen in mijn leven. Maar de mensen…wat zou er met ze gebeurt zijn? Waar zijn ze nu? Zal ik ze mailen, zeggen dat het me spijt en vragen of ze langskomen? Ik heb voor een moment aan de computer gezeten, klaar om hen te mailen. Maar uiteindelijk ben ik alleen maar oude contactpersonen gaan wissen. Mensen waar ik niets meer mee heb, of eigenlijk nooit echt wat mee gehad heb. De nare gewoonte om veel in het verleden te blijven hangen, is me lang bijgebleven. Het is hard werken nu, om te denken aan de toekomst. Maar ook weer niet teveel aan de toekomst, zoals mijn eigen lieve toekomst me verteld heeft. Vestig nooit teveel hoop op de toekomst; het heden geeft je genoeg, en zal genoeg veranderen aan de beelden die je hebt voor wat nog komen gaat. Laat het heden daarom de beelden langzaamaan vormen en vorm ze niet zelf. Ze zullen altijd weer stuk gaan, ze zullen altijd weer veranderen. En zo zal het altijd blijven. Een wijze les, die ik dagelijks moet raadplegen; even mezelf weer op de grond zetten. Je leeft tenslotte niet in de toekomst, maar je leeft in het hier en nu. En hier is op zich genoeg te doen. Er is school, er is het huishouden, het vriendje en de nieuwe vrienden. En opnieuw beginnen er tranen in mijn ogen te lopen. Het is geen verdriet, geen verlangen en geen geluk. Het is een mix van de muziek, van heden en verleden door elkaar, van nieuw en van oud, van teleurstellingen en verwachtingen. Melancholie zou nog het meest in de buurt komen. Maar eigenlijk, eigenlijk is het gewoon pure emotie.
Mandy.
heel mooi inge !!!!!!!!!!!
echt waar ! zo pakkend zo ontroerend zo mooi !
knuf sam
Inge, :'( super ^O^
Klein
Ik hang op de bank en bekijk mijn baby- en kleuterfoto’s. Lach om de maffe staartjes die ik toen had, de kleding die ik droeg – lieve tijd wat oubollig…
Mijn eerste keer naar de basisschool, met de grote bus. Ik kon niet eens op het treetje komen, mijn vader moest me erin tillen. Zwaaien. Rugzakje op de rug. Groot worden.
Mijn eerste vakantie in Duitsland. Bergen beklimmen, samen met opa en oma naar het kleine speeltuintje in het buurdorpje, met de kabelbaan.
Verjaardagsfoto’s. Vijf jaar. Met zijn allen om onze tafel, vriendjes, vriendinnetjes. Mijn eerste zoen van mijn buurjongetje. Knippen, plakken. Naar de kinderboerderij. Een zakje chips en een glas cola.
Ik haal de rode ringband uit de kast. Het fotoboek waar alles mee begon. Mama’s dagboek van toen ik in het ziekenhuis lag. Twee jaar, dubbele longontsteking. En astma, dat werd ook meteen maar even ontdekt. Alsof die longontsteking nog niet genoeg was.
Het is de zwarte en tegelijkertijd de gouden bladzijde uit mijn leven. De zwarte, omdat ik heel mijn leven zal moeten merken wat toen “officieel” ontdekt is. De gouden, omdat ik toen nog klein Jantientje kon zijn. Wegkruipen bij papa op schoot als er weer een nieuwe infuusnaald aankwam. Mama die me naar bed bracht en mijn knuffel naast me instopte.
Nu ben ik groot. Volwassen, zoals dat heet. En in mijn hart verlang ik terug naar die tijd. Die tijd toen ik een klein meisje was. Toen ik nog met mijn beer kroelde. Toen ik nog dat veilige holletje van mama’s arm op kon zoeken als ik gevallen was. Toen ik nog mocht huilen als ik pijn had.
Kleine Jantientjes worden groot… of toch niet?
wauw jantine wat mooi...... nu heb ik de tranen in mijn ogen staan........ wat een mooie tekst.....
Jantien,
Je wordt groot maar je (we) blijven toch klein in ons hart.
Een stille wens voor mij (ik denk ook voor vele) is de kleine kwajongen te blijven.
Idd een mooie tekst.
Het vervelende is je kan de tijd niet stil zetten het blijft doortikken.
Kees
Heel mooi jantine !! :Y
goed peeps...hier weer eentje van mij...waarvan ik denk en hoop dat sommigen van jullie er wat aan hebben....
23:59 / 14-09-2007 Clear-up
Terwijl ik een uur geleden mijn computer uitzette, staat deze inmiddels weer aan. Daarnet vroeg ik me nog af op welke muziek dit stuk geschreven zou worden, maar ondertussen zingt Snowpatrol het antwoord door de boxen. Mijn voeten zijn koud op het zeil, maar op de één of andere manier heeft de kou iets vertrouwds. Toch sta ik op om pantoffels en een trui te pakken. Hoe vertrouwd ook, ziek ben ik net geweest en hoef ik niet weer te worden. Op de salontafel staat het idyllisch overblijfsel van een echte studentenmaaltijd; stukken koud geworden pizza in omgevouwen pizzadozen, met twee wijnglazen ernaast, waar een aantal uur geleden nog koude Lambrusco in bubbelde. Ik voel aan het kettinkje dat om mijn nek hangt. Heerlijk vind ik het, om in het echt mee te maken wat je zo vaak op tv ziet. Het heeft iets nostalgisch. Het idee van vrijheid. En we kunnen ons zo vrij voelen als we maar willen, maar de mens is er ook geweldig goed in een eigen gevangenis te bouwen. We bouwen muren om ons heen, en zien tralies waar anderen mogelijkheden zien. De mens is zo complex, dat we onszelf nog complexer kunnen maken dan we oorspronkelijk waren, en onszelf uiteindelijk kunnen verliezen in een web van ingewikkelde netwerken en theorieën. Een web waarin we zelf geen uitweg meer zien, maar waarin elke ruimte tussen het spinrag eigenlijk een potentiële uitgang is waar we elk moment doorheen kunnen vallen. Zolang we het maar willen. Zolang we het maar zien. We zien wat we willen zien, en we zien zelfs dat wat we niet willen zien. Sommigen van ons hebben een vervormingsysteem ontwikkeld, dat de beelden anders binnenbrengt in onze hersenen dan ze daadwerkelijk zijn. Natuurlijk interpreteert iedereen de dingen anders (de semiotiek achter dingen, een begrip wat ik na vandaag niet meer zal vergeten) maar er is een verschil tussen het anders interpreteren van dingen, en het omvormen van dingen. Paranoia is een woord wat mijn hoofd binnenzwemt op deze vroege zaterdagmorgen. Ik denk dat we allemaal wel in meer of mindere mate paranoïde zijn. Sommigen hebben er aanleg voor, anderen niet. Maar voor degenen die er aanleg voor hebben; hoop maar dat iemand je wakker schopt. Ik kan het niet anders zeggen. Je verliest je beeld op de wereld; je ziet een duistere samenzwering op de plaats van een wereld die zoveel mooier kan zijn dan dat. Althans, dat beeld heb ik gezien. Ik heb het beeld beleefd, en nog erger; ik heb het gemaakt. Het was mijn eigen creatie en het is tot stand gekomen zonder dat ik er veel tegenin kon brengen. Het begint klein; maar werkt zich als een parasiet steeds verder naar binnen. En de eerste keer dat iemand zal proberen je wakker te maken, zal niet de laatste zijn. Je doet je best, maar het verspreid zich nog steeds. Totdat jij, jij samen met je omgeving, totdat júllie de wanhoop nabij zijn. En dan pas zul je wakker worden, en dan pas zul je merken dat de wereld zo slecht nog niet is. Dan pas kan je zíen. Ik zet expres niets achter deze laatste zin, want wat je zal zien is voor iedereen anders. Wat ík zag, was een hoop verdriet. Maar ook hoop. En je zult over dat verdriet heen moeten stappen. Je hoeft het niet achter te laten, maar wanneer je er niet overheen stapt, zal je er steeds weer tegenaan blijven lopen. Je kunt het meedragen, en steeds zal je een stukje kwijt raken. Steeds zal je ergens op de weg een traan laten, waardoor je last weer een stukje lichter wordt. Je kijkt terug op de persoon die je bent geweest toen jij in het duister verkeerde, en ziet niet de persoon die je zo graag wilde zien. Je ziet niet de persoon die je zo graag wilde zijn. Je hebt zo hard je best gedaan, dat je het doel bent kwijtgeraakt in de poging het te bereiken. Terwijl ik zo hard probeerde om iemand te zijn die mensen niet kwetst, omdat dat absoluut niet in mijn aard ligt, kwetste ik juist de mensen die mij het meest lief waren (en zijn) op de weg daarheen. Gelukkig ben ik nooit aangekomen op mijn bedachte bestemming. Gelukkig ben ik wakker geschopt. En ondertussen, tijdens het schrijven van deze “bekentenis”, ben ook ik weer wat van het verdriet kwijt geraakt. Een bekentenis die ik meer voor mezelf schrijf dan voor iemand anders. Want de anderen wisten het al, zij zagen het al, en ze zeiden het al. En ik wist het al, maar toch wist ik het nog niet. De schok van de persoon die ik bij tijd en wijlen ben geweest is gekomen, en nee, hij is nog niet gegaan. Maar dat komt vanzelf. De tranen die ik nu laat, zijn de voedingsbodem voor de volwassenheid die ik soms nog zo mis bij mezelf.
Zelfacceptatie. Ik lach door mijn tranen heen bij het schrijven van dat woord. Verschrikkelijk woord, maar wel erg nuttig. Want hoe moeten anderen jou kunnen accepteren, als jij dat zelf niet eens kunt?
whooo redraven supper !!
echt mooi geschreven...kijk uit naar je volgende stukje :Y
Weer eens is het mis…
Ik lig te denken in mijn bed zie de tranen die rolden, om dat wat ik moest laten, om dat wat ik niet kon, om dat wat me boos maakte, omdat ik het niet kon.
Het gevoel machteloos te zijn door je eigen niet kunnen, dat is niet uit te leggen, laat staan voor een ander te begrijpen, maar tot hoever kan je, je eigen macht laten rijken ?
Tot hoever kan je van mij verwachten dat ik positief zal blijven, en hoelang moet ik dit nog aankijken.. ik heb het al lang bekeken en voldoende ervaren. Ik kijk terug in de tijd, toen er nog niks aan de hand leek te zijn. Dan kijk ik naar nu, hoe ik vecht tegen de benauwdheid, hoe ik moeite moet doen om niet vermoeid te lijken, hoe makkelijk anderen het kunnen hoe moeilijk het voor mij is. Wie weet is dit alles verzonnen en wie weet dat ik me vergis…. wie weet heb ik het mis, omdat ik me heb vergist omdat ik het heb gelaten om hoe het was om hoe het is...
Groetjes…
Net een mooie film gezien; Marley and Me. Het herinnerde me aan wat er in korte tijd allemaal met me gebeurd is en wat ik heb achtergelaten.... Ik heb wat geschreven...
En opeens... Herinner ik me de grote koude natte neus onder m'n oksel. Hoe hij naar mijn bord staarde en me kon hypnotiseren net zolang tot ik hem wat toeschoof. Dat hij als ik 's nachts alleen thuis was naast m'n bed sliep en over het vrouwtje waakte. Hoe hard hij achter de bal aan kon rennen en hoe dol hij was op een Kong gevuld met smeerworst. Hoeveel lawaai hij kon produceren als hij het ergens niet mee eens was. Hoe zacht hij was als hij naast me op de bank lag terwijl het baasje niet thuis was. De geur van zijn vacht. En de blik in zijn oogjes als hij me aankeek en me vertelde dat ik heus wel beter zou worden, en ik niet te verdrietig moest zijn.
En dan opeens weerspiegelen dikke tranen de foto's die ik tevoorschijn haal op m'n computer. Ik kijk door een waas naar wat mijn verleden was. Het doet nog steeds erg veel pijn. Ik mis m'n hondjes nog iedere dag, met alles wat ik doe. Wetend dat het best goed met ze gaat bij m'n ex-vriend, maar dat ik ze nooit, nooit meer zal zien.
Zorg potverdorie altijd goed voor je dier. Koester ieder moment en geniet van alles wat je samen kunt doen.
En helemaal morgen. Met dierendag.
Nijn.
Paginering